Ontstaan en eerste gegevens

Archeologische vondsten

Vanaf ongeveer 57 voor Christus veroverden de Romeinen deze streek, waar toen Keltische stammen leefden. Concrete bronnen over Geel uit die tijd ontbreken, uitgezonderd de zeldzame archeologische vondsten.

Vroegere archeologische vondsten uit het steen- en ijzertijdperk wijzen op menselijke aanwezigheid op het grondgebied van de gemeente. Ook bij de in 2006 en 2011 uitgebreide opgravingen in de Sint-Dimpnawijk zijn sporen van bewoning tijdens het ijzertijdperk (ca. 750 tot 50 voor Christus) aan het licht gekomen. Relicten uit de Romeinse tijd en uit de vroege en volle middeleeuwen werden eveneens ontdekt. Al de blootgelegde overblijfselen zoals die van huizen (ijzertijd en Romeinse tijd), van grafheuvels (ijzertijd), van bootwoningen en van een waterput (middeleeuwen), geven ons de zekerheid van menselijke bewoning en bedrijvigheid in een ver verleden.

Middeleeuwse legende

Een vage schriftelijke verwijzing naar het bestaan van Geel in de volle middeleeuwen wordt aangebracht door de Vita Sanctae Dimpnae, de legende van de heilige Dimpna, de patrones van onze gemeente. De auteur, een kanunnik van Kamerijk, Petrus Cameracensis, schreef dat verhaal rond 1247. Tot dan, zo beweerde de kanunnik, was het alleen door mondelinge overlevering bekend. Volgens die legende zouden er in Geel een vijftiental woningen hebben gestaan toen Dimpna daar aankwam. De auteur geeft geen enkele precisie omtrent het tijdstip.

Het gaat hier echter over een legende en historisch gezien is ze helaas van weinig waarde. Maar het minste wat u kunt zeggen, is dat omstreeks de tijd dat de Kamerijkse kanunnik de Vita neerschreef, de toenemende verering van de heilige Dimpna een grote bijdrage had geleverd voor de groei en de ontwikkeling van Geel. De bedevaartplaats werd druk bezocht en verwierf een wijd en zijd verspreide reputatie.

Naam Geel

De naam Geel zou van Germaanse oorsprong zijn, maar de betekenis ervan is niet eenvoudig te duiden. Volgens taaldeskundigen houdt de naam van onze stad alleszins verband met de kleur geel. Voor de ene is de etymologische betekenis ervan hoger gelegen bosje op gelige zandgrond; anderen houden het bij poel (of ven) met gelige bodem.

Het land van Geel

De eerste geschreven teksten met historische gegevens over Geel dateren uit de twaalfde eeuw. Zo is er een nog bestaande oorkonde uit 1155 waarin vermeld staat dat Wouter I Berthout, de plaatselijke machthebber, in Geel gelegen gronden wegschonk aan de abdij van Grimbergen.

Het Land van Geel, of de heerlijkheid Geel, bestond toen niet alleen uit het huidige Geel maar ook uit de dorpen Retie, Eindhout, Veerle, Varendonk, Zoerle-Parwijs, Oevel, Echelpoel (bij Bouwel), Millegem, Vorselaar en Tielen. Die dorpen zouden in de loop der eeuwen door huwelijken en successies die in de families van de feodale bezitters van het grondgebied plaatshadden, van Geel worden losgekoppeld en verder hun eigen geschiedenis maken.

Eigenaars

De eerste bekende eigenaars van de heerlijkheid Geel waren de Grimbergens. Hoe en wanneer die precies in het bezit waren gekomen van het Land van Geel is nog altijd in de nevelen van de geschiedenis verborgen. Door het huwelijk van Wouter I Berthout met Margareta van Grimbergen omstreeks het midden van de twaalfde eeuw kwam Geel in het bezit van de Berthouts. De Berthouts waren een zeer machtige familie, die heerste over uitgestrekte gebieden in het hertogdom Brabant. Een van hen bouwde rond 1240 een burcht in Oosterlo. In een oorkonde werd hij dan ook geïdentificeerd als Henricus van Oosterlo. Vanaf het bewind van de Berthouts is de geschiedenis van Geel relatief goed te traceren.

De heerlijkheid Geel is achtereenvolgens eigendom geweest van de families Grimbergen, Berthout, van Hoorne, van Merode, van Wittem-van den Berg, van Lorreinen en de Rohan. Een telg van die laatste nobele Franse stam, Armande-Victoire-Josephine de Rohan, prinses van Guémené en op de koop toe vrouwe van Geel, beleefde het einde van het ancien régime en moest met spijt toezien hoe alle heerlijkheden werden afgeschaft.

Naar 'Ancien Régime'